Zondag 14 oktober 2012
De zon staat aan een waterige lucht en het is vrij koud vandaag. We hebben de winkelkilometeres nog in de benen en besluiten dat het vandaag een mooie dag is om naar Nassau en Limburg an der Lahn te gaan. Volgens een programma op de televisie moet het stadje Limburg een mooi oud centrum hebben en daar hebben we wel oren naar. 
Nassau gaan we bezoeken omdat deze naam verbonden is aan het koningshuis. We zijn benieuwd of er nog iets terug te vinden is van de Nassau’s.
De rivier de Lahn is een rustige stroom die niet wordt bevaren door vrachtschepen. Aan beide oevers van de rivier zien we dorpjes liggen die daar als door een kunstenaarshand zijn neergezet. Een liefelijk landschap ontrolt zich voor ons oog. Na ongeveer 35 kilometer bereiken we Nassau. Het is zondag en dat is te merken want het dorp is uitgestorven. We parkeren de auto op een kleine parkeerplaats en gaan vol goede moed op pad.
Het eerste wat we tegenkomen is een prachtig raadhuis. Voor het raadhuis staat op een hoge sokkel de ‘Denker’ van Rodain. Een foto van een zo beroemd beeld moet natuurlijk gemaakt worden. Henk ontdekt een kasteel op een berg vlak bij Nassau. Daar gaan we straks naartoe.
We lopen verder het plaatsje in maar daar worden we niet vrolijk van. Hier is geen spoor van het verleden meer te bekennen en we besluiten de auto weer op te zoeken. Dan vang ik nog een glimp op van een oude toren die toch in een donkergrijs verleden daar moet zijn opgericht.
We vinden het welletjes met Nassau en gaan richting het kasteel op de berg. Het is een steile weg maar Henk huldigt het motto dat als de bewoners langs de steile weg naar boven kunnen wij dat ook kunnen en na een paar scherpe haarspeltbochten bereiken we het kasteel. Nog een stevige klauterpartij naar boven en we staan op de plaats waarvan wij vermoeden de Nassau’s hun stulpje hadden. Veel is er naast een mooi gerestaureerde toren niet meer te zien.
Ik maak nog wat foto’s van de omgeving en het station beneden en we vertrekken richting Limburg an der Lahn.
Ook dit deel van de reis is prachtig en na een krap uurtje komen we aan op de bestemming. We parkeren onze auto in een parkeergarage vlak bij der alt stad en doen een euro in de parkeerautomaat (daar kunnen ze in Nederland nog wat van leren). We kunnen een paar uren blijven staan. Na een korte wandeling bereiken we het oude centrum en het ziet er prachtig uit met allemaal vakwerkhuizen die vermoeid tegen elkaar aanhangen of de neiging hebben voorover te vallen. Prachtig gebeeldhouwde ornamenten en spreuken die toen en nu nog opgang vinden.
We vervolgen onze wandeling en beklimmen de nonnenmuur, een nauwe straat waar de huizen vlak tegenover elkaar staan. Natuurlijk volgt na de nonnenmuur de onontkoombare kerk met naast de kerk de begraafplaats voor bisschoppen en andere godsdienaars. We wandelen verder de nonnenmuur af en komen weer op het plein waar we begonnen met de wandeling. Limburg an der Lahn is een bezoek waart.
We zoeken de auto weer op en gaan op weg naar Sankt Goar, een plaatsje aan de Rijn van waaruit we terug willen rijden naar Koblenz. Jammer genoeg zijn er vele omleidingen vanwege de oktoberfeesten die elk zichzelf respecterend dorp naar de biertap lokt. Via sluip door kruip door bereken we toch nog de Rijn maar veel eerder dan we wilden. Het regent ondertussen pijpenstelen en de regen blijft vallen tot diep in de nacht.